top of page

Ook wij gingen dit weekend weer naar Lowlands!

Als je naar de verschijningsdata van de blogs kijkt, zie je dat we al een beetje beginnen te verzaken. Waarvoor excuses. Inmiddels dus alweer ruim 1,5 maand verder en alweer wat avonturen en ervaringen in Peru rijker. Waar half Nederland afgelopen weekend op Lowlands aan het chillen was, daalden wij 3 dagen geleden ook af naar de Lagelanden van Peru: Nazca, op zoā€™n 500 meter hoogte (of laagte eigenlijk, want het is voor het eerst in 4 maanden dat we zo laag zijn en dus weer zuurstof en warme avonden hebben).

Op dit moment vertoeven we op de parkeerplaats van een luxe hotel met zwembad, en hebben we een minivakantie in onze reis ingebouwd. Marleen ligt de hele dag te spartelen in het water (behalve nu dan) en Herke luiert op een strandstoel en luistert muziek.

Goed, waar te beginnen. Nou dat is eigenlijk bijzonder makkelijk, want we eindigden de vorige blog op het randje van Bolivia. We reden dus begin juli naar de grens met Peru, waar ons een hoogst interessante grensovergang te wachten stond. Bolivia konden we zonder veel problemen verlaten, en ook kregen we zonder veel gedoe de stempeltjes van Peru in onze paspoorten. Toen we net onze eerste bribe/smeergeld (getinte ramen zijn, zonder verklaring, niet toegestaan in Peru, dus we wilden op onze importpapieren even de ā€˜toestemmingā€™ van de douanier laten zetten) hadden betaald, kwam de douanier met ernstig gezicht bij ons terug. Er was een probleem, deelde hij ons mee. Onze auto-papieren met daarin het smeergeld werd weer naar ons toegeschoven. Volgens het systeem heeft de auto nooit Peru verlaten toen de vorige eigenaren de grens naar Chili weer overgingen. Hoewel we sterk het vermoeden hadden dat dit niet aan de vorige eigenaren, maar aan het systeem/de douanier die die dag werkte lag, durfden we de Peruaanse douanier niet ons wantrouwen in hun geweldige organisatie uit te spreken. Dus (sorry Louw en Pauline) schoven we de schuld in de schoenen van de vorige eigenaren, en stelden de douaniers alles in werk om onze auto van de blacklist te halen. Dit bleek uiteraard allemaal bijzonder lang te duren, dus toen we aan het eind van de middag (we hadden al 5 uur gewacht) nog niks gehoord hadden, vroegen we of we misschien naast het stempelkantoor mochten overnachten. ā€˜Geen probleem, natuurlijk!ā€™, kregen we te horen. En er werden gelijk dekens voor de koude nacht gebracht, en het aanbod om van hun badkamer gebruik te maken. De volgende ochtend werd er al vroeg op ons raampje geklopt: er was nieuws. Het werd wederom met ernstig gezicht gebracht, en wij vreesden het ergste. ā€˜Het is niet gelukt om de wetten te omzeilen, en jullie moeten helaas een boete betalen.ā€™ Hiephoi, gat in de lucht en een vreugdedansje! Aangezien Peru de enige toegangspoort tot Ecuador en Colombia is (Venezuela is op dit moment geen best idee), zagen we onze plannen al helemaal in het water vallen. Maar een boete, van welke hoogte dan ook, betaalden we met liefde! De douanier dacht dat het op zoā€™n 40 a 50 dollar zou neerkomen, en oh, we moesten de boete in Desaguadero, bij zijn baas, betalen. Het smoezelige, chaotische grensstadje op zoā€™n 45 km afstand. Aangezien de auto het land niet in mocht (zodra we langs de slagboom zouden rijden, zou ons schatje in beslag genomen worden), namen we mototaxiā€™s en busjes. Goed, om een nog langer verhaal wat korter te maken: een boete betalen is natuurlijk niet zo gepiept in Zuid Amerika, en het kostte ons uiteindelijk zoā€™n 6 uur. Naast dat we eerst in het verkeerde kantoortje stonden, moesten we vervolgens op de baas wachten en uiteindelijk nog een uur in de rij staan bij de bank (jaja, we hebben een echte boete en geen bribe betaald) om uiteindelijk een boete van welgeteld 12 dollar te betalen voor 1 stempeltje. Afijn, zoals ik al zei: met liefde!

Ondanks dit hele gedoe, was het dus een heel warm welkom in Peru (dat rijmt)!

Onze eerste Peruaanse bestemming werd Puno, wat enkel en alleen toeristisch is omdat het ā€™t vertrekpunt is om naar de eilanden van Titicaca te gaan. En dat is dus ook wat wij wilden doen. Het vereiste wat research, want we wilden niet met een georganiseerde tour mee (1. Hoe weet je nou dat je ergens maar 1 nacht wilt blijven, wij willen flexibiliteit, dat zijn we nu eenmaal gewend. 2. Vaak gaat er een onredelijk klein percentage van het tour-geld naar de lokale community op de eilanden. Dat leek ons niet zo aardig.). Uiteindelijk, na veel rondvragen/kastje-naar-de-muur-gevallen/leugentjes-voor-eigen-bestwil-verkopers lukte het ons om alleen de boottocht (kaartje is een week geldig voor onbeperkt aantal tochtjes) te boeken, waardoor we zelf konden bepalen hoe lang we op elk eiland wilden blijven. Uiteindelijk bleef het bij 1 overnachting op Amantani, maar we hadden het geluk dat onze kapitein ons meenam naar de verder gelegen Uros-eilanden, waardoor dit een stuk minder toeristisch was en we de platgelopen en onbewoonde rieteilanden aan de georganiseerde tours overlieten. De bewoners van ā€˜onsā€™ rieteiland leerden ons veel over het leven op de vochtige, zompige eilandjes, en verdienen behoorlijk wat respect voor het zware leven dat zij daar leiden. Er wonen zoā€™n 6 families op elk eilandje, en ieder heeft zijn/haar taak: vissen, koken, naar school gaan (op een ander eilandje). Door het vocht is artritis/reuma een groot probleem onder de Uros-bevolking, die honderden jaren geleden voor de agressieve Inkaā€™s het water op gevlucht zijn. Lopen op het eiland doet vooral denken aan een waterbed en er wordt hard gewerkt om het eiland, dat langzaam wegrot, te onderhouden. Kortom, het ziet er misschien allemaal heel leuk uit, maar het is verre van idyllisch.

We verbleven de nacht op eiland (geen riet) Amantani, waar we bij een host ondergebracht werden. De hosts op het eiland rouleren, waardoor alle inwoners (als ze dat willen) wat extra inkomen uit het toerisme kunnen halen. Veel geld hebben zij niet, en studeren op het vasteland is er dus niet bij waardoor het lastig is om het eiland permanent te verlaten. Een cirkel die maar weinig inwoners kunnen doorbreken. Een groot toeristencircus is het wel, want ā€™s avonds werden we in de traditionele kleding gehesen en gingen we naar een feest. Pas daar beseften we dat het eiland vol toeristen zit, want de ruimte stond vol dansende gringos en een live band. Het werd dikke lol natuurlijk, en vooral Marleen danste er op los (Herke was voornamelijk gefascineerd door zijn poncho, en dat als hij zijn armen opzij deed, de poncho omhoog vloog. Een soort vogeltje dus. Er leken meer mannen last te hebben van dit fenomeen).

De volgende dag zette de boot koers richting eiland Taquile, en gelukkig hadden we onze overnachtings-opties opengelaten want dit eiland voelde als een mega-toeristen-trap. We werden naar een plein geleid waar we welgeteld 30 minuten mochten rondkijken. Marleen raakte in eerste instantie in paniek, want: te weinig tijd. Toen we 10 seconden de tijd namen om het plein in ons op te nemen, beseften we dat alle toeristen doelloos en verdwaald rondliepen. Er was letterlijk geen kloot te beleven. Dus wachtten we op een muurtje tot de tijd voorbij was, en we naar een restaurant geleid werden waar we uitleg kregen over de geschiedenis en cultuur van het eiland. Leuk weetje: Peru houdt van hoofddeksels, en Taquile dus ook. Vrijgezelle mannen dragen andere mutsen dan getrouwde mannen. Ben je op zoek/wanhopig dan draag je de flap van je muts aan de ene kant, en ben je een blije vrijgezel dan draag je ā€˜m aan de andere kant. Het kan maar duidelijk zijn! Verder is er geen politie op het eiland aanwezig, maar wordt alles uitgepraat onder begeleiding van de aangewezen autoriteiten (die rouleren jaarlijks, en daar hoort natuurlijk ook weer een aparte muts bij).

Vanaf Puno reden we naar de Colca Canyon, de op 1 na diepste canyon van de wereld. Grappig feitje: Peru lijkt er een handje van de hebben om de op 1 na mooiste/diepste/grootste wat-dan-ook beroemd en toeristisch te maken. De diepste canyon ligt bijvoorbeeld naast de Colca Canyon, maar wordt nauwelijks bezocht. Wij bezoeken Cotahuasi (die diepere dus) op de terugweg. In de Colca Canyon maakten we onze eerste meerdaagse hike: 3 dagen en 2 nachten. Nu moet ik er wel bij zeggen dat we niet meer dan 4 uur per dag liepen, maar dat vonden we natuurlijk niet erg en gaf ons tijd om in de middag in de hotspring of het zwembad te chillen. Onze wandelstokken waren vooral de 1e en 3e dag een mega-steun (letterlijk), want de afdaling en klim (1300 meter dalen en stijgen, onze benen huilden) waren behoorlijk pittig. Herke schaamt zich heel erg voor de wandelstokken, en daarom wil ik hier graag even de nadruk op leggen: Herke loopt met wandelstokken. Veel meer kan je over een wandeling niet vertellen, dus voor onze uitzichten: check de fotoā€™s, heel mooi!

We sliepen na de 3 dagen wandelen op de parkeerplaats bij een hotspring in Chivay, toen er rond 22:00 uur (we sliepen natuurlijk allang) op de deur geklopt werd. Door de gordijntjes zagen we blauw zwaailicht. Herke, die nog een beetje lag te suffen/dromen, werd door Marleen gecommandeerd de deur open te maken. Zoals het blauwe zwaailicht al deed vermoeden, stonden er 2 politiemannen naar onze slaperige hoofden te staren. Of alles goed ging en of we in de auto sliepen, vroegen ze. Twee vragen die door onze verschrikte en tegelijkertijd slaperige hoofden beantwoord werden. Voor zij vertrokken drukten ze ons nog op het hart dat we vooral moesten oppassen. OPPASSEN VOOR WAT? Je begrijpt het: we deden die nacht geen oog meer dicht. Er gebeurde uiteraard niks.

Volgende stop: Rainbow Mountain. Omdat het nogal een lange en vermoeiende rit was geweest, besloten we een dagje te wachten met de wandeling naar de regenboogberg. We brachten de dag door op de parkeerplaats met alle chauffeurs die op de terugkomst van hun toeristen wachtten. Met onze waslijn vol was, kampeerstoelen en kookstel aan onze voeten waren we een ware attractie en het leverde veel grappige gesprekjes op. Er werd gevoetbald (ze zijn gek, we waren op 4600 meter hoogteā€¦), paarden werden in- en uitgeladen (beiden waren redenen waardoor we in totaal 3 keer onze auto hebben moeten verzetten omdat we in de weg stonden) en uitgetelde toeristen kwamen bezweet terug van de hike. We vermaakten ons dus bijzonder goed die dag. De volgende ochtend wisten we de top als eersten, op 1 privĆ©-tour-groepje na, te bereiken en hadden we het betoverende uitzicht voor onszelf. De gids van de groep dacht dat wij lama-longen hadden omdat we zo snel omhoog gelopen waren. Hiephoi, schouderklopje voor onszelf!

We reden naar de andere kant van het gebergte om de berg Ausangate te verkennen. We waren liever lui dan moe, dus toen we voor een mooie prijs een tocht per paard konden doen, hoefden we niet lang na te denken. Volgens mij valt paardrijden voor Herke onder de categorie ā€˜wandelstokkenā€™, dus plaatsen we hierbij even een foto van Herke op zijn paard. De besneeuwde bergtoppen zorgden voor geweldig mooi uitzicht, en toen de dikke pakken sneeuw/ijs ook nog prachtig gekraak lieten horen moest Marleen bijna huilen. Vooral toen de gids vervolgens vertelde dat de berg ieder jaar meer rots en minder sneeuw laat zienā€¦ De volgende dag draaiden we onze eigen wandeling (er waren geen kaarten/routes beschikbaar) in elkaar en klommen we heuvel na heuvel om uiteindelijk het broertje van Ausangate (weet niet meer hoe ie heet) van dichterbij te bewonderen. Omdat het stervenskoud was zodra de zon verdween, en dit door de aanwezigheid van zulke hoge bergen al rond een uur of 17:00 was, waren we bijzonder blij met de knetterhete hotsprings. Daar hebben we dus, ook bij gebrek aan een douche, aardig wat uurtjes in gebadderd. Hmmmmā€¦

En toen was het tijd voor: Cuzco! We (Marleen) misten een afslag en reden midden door het centrum, met haar smalle en vooral mega-steile straatjes (Marleen moet bekennen dat zij midden op het steile weggetje in paniek raakte en het stuur met alle liefde aan Herke gaf. Tijdens de 17 seconden dat het stoplicht op rood stond voerden we een snelle wisseltruc uit). We moesten onze 4x4 in low gearing (ā€˜strooit met stoere termenā€™) zetten om omhoog te komen. Ondanks, en dit keer ook dankzij, alle toeristen hebben we een geweldige tijd gehad in dit prachtige stadje. Veel toeristen betekende namelijk ook goede restaurants, de beste cappuccinoā€™s en zowaar service. Dit alles hebben we af en toe best gemist, en dus hebben we 17 dagen lang bijna elke dag wel een bakkie, lunch of diner genoten. Dure weken, maar best lekker om onszelf even met die luxe te verwennen! Cuzco heeft ons ook veel van ons to do lijstje laten afstrepenā€¦ zo vonden we een messenslijper, naaisetje, sleeptouw en nieuwe krik, lieten we onze brandblusser bijvullen en bouwde Herke ons bed om tot opklapbed (passagiers zijn nu mogelijk en welkom, na een 20-minuten verbouwing) en een laken tot zonnescherm/tarp.

Op de camping leerden we heel veel toffe reizigers kennen. Voor de verandering waren het veel jongeren, en dit keer ook die vanuit het noorden kwamen rijden (dit betekent dus ook dat we hen voorlopig niet meer zien). Ook Ali en Malte voegden zich weer bij ons, maar helaas met panne (er moest een onderdeel vanuit Europa ingevlogen worden) waardoor onze wegen zich na een week ook weer scheidden. Ook hadden we het genoegen om Paul (vriend van Herke) met vriendin Iris en haar familie in Cuzco te treffen. Raar en tegelijkertijd zo gewoon om bekenden aan de andere kant van de wereld te zien! Er werd die avond iets te diep in het glaasje gekeken en de volgende dag niets uitgevoerd. Nou ja, Herke en Marleen deden niks. Paul en Iris mochten om 04:30 uur opstaan om aan de Inka-trail te beginnen.

Toen we de straatjes en cafeetjes van Cuzco op ons duimpje kenden, verlieten we ons stekkie om op ruĆÆnes te gaan jagen. We kochten de boleto turistico, die ons toegang tot de indrukwekkendste Inka-ruĆÆnes van Cuzco en de Valle Sagrado gaf. Ik kan jullie vervelen met alle (9 ruĆÆnes, inclusief Machu Picchu) kennis die wij inmiddels over deze oude stenen en dit oude volk vergaard hebben, maar je kunt ook gewoon Wikipedia checken. We voegden ons bij de Amerikaan Bobby en Colombiaanse Alejandra, die we van de camping in Cuzco kenden, en samen trokken we dieper de Valle Sagrado in langs alle Inka-restanten. Bobby en zijn enthousiasme voor geschiedenis en met name fascinatie/obsessie voor alle Inka-mysteries werkten behoorlijk aanstekelijk. Wij zijn dus inmiddels ook behoorlijk Inka-fan. Vooral omdat ze zoā€™n briljante manier van bouwen hadden, zonder uitvinding van het wiel enorme rotsblokken wisten te verplaatsen naar onmogelijke plekken en deze naadloos op elkaar aan te laten sluiten (zo Pietje Precies dat er tot op de dag van vandaag geen onkruid tussen groeit). En hoe zij dit alles gepresteerd hebben blijft een raadsel, want voor zover bekend hadden zij geen schrift. Alles is dus giswerk.

We reden door tot Ollantaytambo, het laatste plaatsje in de vallei. Bobby en Alejandra werden onze allereerste passagiers (hun auto is wat groot en lomp om over de slinger-dirt-weggetjes door de bergen te gaan) tijdens de 5 uur lange rit naar Santa Teresa. Ongeveer 10 kilometer verder houdt de weg naar Machu Picchu (MP in het vervolg want het is een verschrikkelijk woord om te typen) op, en neemt het spoor het over. Aangezien de trein een monopolie heeft en de hoofdprijs vraagt, kozen wij er voor om 2 uur langs de rails te lopen naar het plaatsje Aguas Calientes/MP Pueblo. Daar konden we onze tickets voor MP voor in de middag kopen en de bus omhoog nemen (24 dollar voor half uur heen en terugā€¦). Het bezoeken van MP heeft ons behoorlijk wat kopzorgen bezorgd. Logistiek gezien is het hel als je niet gewoon een tour boekt of met de trein gaat, en bovendien is het hoe dan ook een aanslag op je budget. We zijn blij dat we geweest zijn, maar om nou te zeggen dat het een hoogtepunt was: nee, teveel gedoe er omheen en behalve het uitzicht/de locatie, hebben we andere ruĆÆnes gezien die minstens zo indrukwekkend waren.

Op dit moment zijn we dus, na 2 lange dagen rijden, in Nazca, waar we even een mini-vakantie houden aan het zwembad. We hebben absoluut mooie plekken gezien in Peru, maar de afstanden zijn enorm, de niet-hoofdwegen in onbekende/slechte conditie vol drempels die niet gemaakt zijn voor de toegestane snelheid, we moeten wennen aan de hordes toeristen en campings zijn schaars waardoor we al regelmatig op cocheras (beveiligde parkeerplaatsen) hebben moeten staan (lees: veel afval, geen douche, vieze toiletten en buschauffeurs die om 05:00 uur de motor vast even starten). Ach, het hoort er allemaal bij en we hebben ook zeker niks te klagen.

Mocht je nog enigszins het beeld van de ontwikkelde, beschaafde mens hebben die wij in Nederland waren, sla dan deze alinea over. Heb je naar aanleiding van onze blogs toch al het vermoeden dat er van die beschaving wellicht het een en ander verloren is gegaan, sta mij dan toe om dit plaatje voor je in te kleuren. Herke leeft inmiddels in zijn wandelbroek (een maand zonder wassen), douchen gebeurt misschien eens in de 3 dagen als we geen campings tegenkomen en Marleen ziet er met rouwranden onder haar nagels en rode muggenbeten op haar benen ook niet bepaald florissant uit. Kortom, de charme begint langzaamaan uit ons leven te verdwijnen. Maar we vinden elkaar nog steeds lief en ontmoeten nog steeds nieuwe mensen waarmee we een dag of aantal dagen optrekken. Het zal dus nog best wel meevallen met ons.

Het viel ons op dat veel reizigers (en wijzelf ook) vaak alleen maar de mooiste verhalen, de prachtigste plekken en de beste fotoā€™s laten zien. Dat voelt niet helemaal goed, want we horen, zien en beleven zoveel meer. En daar is niet altijd plek voor in die toch-al-ellenlange-blogs. Daarom komt er binnenkort een nieuwe pagina op de website, waar Marleen wat kortere verhaaltjes schrijft over wat er speelt in het land (bv. het afvalprobleem, zien wij dat alleen?), wat ons opvalt (waarom dragen alle vrouwen hoofddeksels en verschilt dat per dorpje?), maar ook over ons reis-leventje, hoe we onze draai hebben gevonden en over dat het niet altijd zo makkelijk en mooi is als het lijkt. Herke heeft een paar weken geleden ook een nieuwe pagina aan de website toegevoegd waarop hij zijn mixtapes post, met wat invloeden uit het Zuid Amerikaanse. Schudden met die billeeeen!

Dat was het weer voor nu! ā€˜Listoā€™, zoals de Peruanen zouden zeggen om het gesprek af te ronden. ā€˜Klaarā€™.

Eerdere blogs:
bottom of page