top of page

Van de kust naar het Wilde Westen

Sinds onze laatste blog hebben we flink het gaspedaal ingedrukt, en ook Peru weer doorkruist, om uiteindelijk via het noorden van Chili en het noordwesten van Argentinië weer in Santiago te belanden. Jaja, we zitten weer in Santiago, en hebben onszelf getrakteerd op een appartement, waar we genieten van het stromende water, een bank en zachte handdoeken. Oh, en een oven (mjammm, brood, lasagne, hartige taarten)!


Zoals ik in de vorige blog aangaf, had onze haast 2 redenen: 1. we moesten voor 5 februari weer terug in Chili zijn i.v.m. het verlopen van onze ‘export’-vergunning (van de auto), en 2. Jetske (Herke’s zus) en haar vriend Jan landen 7 maart in Santiago (morgen dus). Ondanks dat we zoveel kilometers hebben afgelegd, hebben we genoeg interessante stops onderweg gemaakt.


In het noorden van Peru troffen we veel stof, bergen afval en arme dorpjes aan. Bij slechte delen in het wegdek stonden mannen en jongens met hun emmers zand de gaten te dichten, waarop veel chauffeurs wat kleingeld in de emmers gooien. Een slimme manier om geld te verdienen, al werd dit al snel door het hele dorp ingezien en staan ze met z’n twintigen verspreid over 50 meter.


Verder barst het noorden van Peru van de (pre-)Inka ruines, die in veel gevallen geplunderd zijn (de (pre-)Inka heersers werden met behoorlijk wat goud en andere waardevolle spullen begraven), maar waarvan er ook heel veel goed bewaard zijn gebleven. Zo bezochten we in Lambayeque een verrassend goed museum, en in/vlakbij Trujillo El Brujo (waar voor het eerst een vrouwelijke heerster, Senora de Cao, gevonden werd, wat de theorie over alleen maar mannelijke heersers omvergooide) de bekende Sol y Luna en Chan Chan ruïnes. De Moche-mensen leefden in deze regio tot 800 na de jaartelling, en zijn de langst-regerende bevolking van deze regio geweest. De drie ruines die we in deze regio bezochten zijn een soort omgekeerde piramides zonder punt, bestaande uit 5 lagen en gelegen aan een enorm plein waar ceremonies plaatsvonden om hun goden te aanbidden. Iedere dynastie (ongeveer 100 jaar) werd er een nieuwe beschilderde laag om de reeds bestaande heen gebouwd, waardoor de binnenste lagen bijzonder goed bewaard zijn gebleven. Door de sterke El Nino in het jaar 600, verloren veel mensen het geloof in de priesters, die de taak hadden de goden tevreden te houden door te offeren. Uiteindelijk is deze sterke El Nino, die ene epidemie veroorzaakte, de oorzaak geweest van het einde van de Moche-cultuur.


Na een kort verblijf in druk en chaotisch Lima (we misten weer een afslag en reden recht door het centrum), verbleven we een week in Paracas. Herke heeft hier als een pro leren kitesurfen (de instructeurs hadden dit nog nooit meegemaakt), en Marleen na een instap-cursus besloot dat een week niet voldoende tijd was om het kitesurfen onder de knie te krijgen (wordt dus vervolgd). Terwijl Herke met zijn kite door de baai scheurde (en al sprongetjes begon te maken), wandelde Marleen wat langs het strand. Het was een heerlijk weekje, en gaf ons de rust die we wel konden gebruiken. Bovendien begon het bijna op een normaal dagritme te lijken, wat best wel fijn was.


We zijn overigens weer bijna door de politie genaaid, en hoewel we er weer goed vanaf zijn gekomen, was het dit keer een behoorlijke rattenstreek. Het is verplicht om het de lichten aan te rijden in Peru, en aangezien we gezeur met de politie willen voorkomen, checken we de lichten steeds voordat we gaan rijden. Toen we door de politie gestopt werden, stak de vriendelijke agent niet alleen zijn hand uit naar Herke (achter het stuur), maar voor de verandering kreeg ik ook een hand. Nog geen seconde later brulde en agent vanaf de motorkap dat onze lichten niet aanstonden, waarop Herke, verontwaardigd en lichtelijk in paniek, naar het draaiknopje van de lichten keek. Die stond dus ineens uit... onze theorie is dat de ogenschijnlijk vriendelijke agent, toen hij naar binnen reikte om mij de hand te schudden, met zijn andere hand snel het lichtknopje uit heeft gedraaid. Dat betekent dus dat we elke keer als we politie zien weer lichte stress hebben.


Oh, en via de app iOverlander (met kampeerplekken, garages en waarschuwingen van andere reizigers met auto) kwamen we erachter dat de Peruanen een nieuw oplichterstrucje hebben bedacht: rondom steden beginnen 2 mannen ineens te roepen en wijzen naar je auto. Als je vervolgens stopt, schieten ze gelijk te hulp en zien direct wat er mis is met je auto. Ze kennen een garage die het direct kan repareren. Als je daar eenmaal aankomt, wordt het zogenaamd kapotte onderdeel onder je auto vandaan gehaald, opnieuw geverfd, voorzien van nieuwe barcode en als nieuw onderdeel weer aan je verkocht. Deze scam werd ons gelukkig bespaard, en vormen deze mannen een uitzondering op alle vriendelijke Peruanen die we ontmoet hebben.


Onze laatste stop in Peru: Arequipa, een koloniaal stadje die qua koloniale panden net iets minder indrukwekkend is dan Cuzco, maar qua rust dik wint. Ondanks dat het qua inwonertal de tweede stad van Peru is, zijn de straten en pleinen rustig, en kregen we bijna het gevoel dat we moesten fluisteren, zo buitengewoon stil was het. Onderweg naar de grens blijkt dat we ons geld iets te precies hadden uitgegeven, en niet genoeg geld hadden voor de tolwegen. Oepsie! Uiteindelijk betaalden we er bij 1 ietsiepietsie te weinig, en konden bij het tweede tolstation dollars wisselen.


Eenmaal terug in Chili voelt het alsof we weer thuis zijn. Dit komt omdat we denken dat we iets minder op ons hoede hoeven te zijn (langs de noordkust van Peru zijn best wat gewapende overvallen, bovendien is het verkeer in Chili wat rustiger en de politie niet corrupt), en de auto niet meer zal opvallen. We zijn simpelweg een geparkeerde auto, i.p.v. een toeristenauto. Met het passeren van de grens Peru-Chili is ook de tijd 2 uur verschoven, en beginnen de ochtenden later en is het 's avonds langer licht, wat behoorlijk wat verandert in ons ritme. Wat moeten we ineens met die lange avonden?


In het noorden van Chili zitten veel mineralen in de grond, wat resulteerden in de bloei van de mijnbouw. Een grondstof die het land veel voorspoed bracht is nitraat, wat gebruikt werd om gewassen sneller en groter te doen groeien. Er was wereldwijd (ook in Nederland) veel vraag naar, totdat de Eerste Wereldoorlog roet in het eten gooide en Duitsland bovendien met een synthetische variant op de proppen kwam. Het nitraal-empire stortte in. De mijnstadjes die ontstaan waren konden het hoofd nauwelijks boven water houden en zo zijn veel spooksteden ontstaan. We bezochten er twee: Humberstone en Santa Laura. Huizen voor de werknemers, een theater, zwembad, tennisbaan, ziekenhuis, school... de steden waren nagenoeg volledig zelfvoorzienend.


Op aanraden van een collega-reiziger (de Amerikaan waarmee we ook de Sacred Valley en Machu Picchu bezochten) bezoeken we een niet-te-missen mummie-museum. En onvergetelijk was het zeker! Een museum zou ik het niet noemen, maar de beleving was 100 keer beter dan alle andere (pre-)Inka musea die we bezocht hebben. De gevonden mummies stammen uit de tijd rond de jaartelling en zijn door o.a. de droogte van de Atacama woestijn bijzonder goed bewaard gebleven. Een oud vrouwtje verwelkomt ons in wat lijkt op een oud schoolgebouw, en vertelt ons dat we gewoon de witte zeiltjes mogen optillen om de lijken te bewonderen. Met opgetrokken knieeen, in foetushouding, met het haar nog op de schedel en nagels nog op de vingers en tenen. We kijken onze ogen uit terwijl de 80-jarige verrimpelde eigenaresse/museum-bewaarster enthousiast in onverstaanbaar Spaans tegen ons kakelt, terwijl ze liefdevol door de haren van een van haar mummies woelt. Ik had hier uren door kunnen brengen, ware het niet dat we de vrouw niet verstonden, wat licht ongemakkelijk werd, en de geur in het museum toch wel bijzonder onaangenaam was.


Na 9 maanden rijden we San Pedro de Atacama weer binnen, waar we precies kunnen afslaan naar onze wildkampeerplek voordat we worden tegengehouden door een demonstrerende meute. Met de verrekijker aanschouwen we zo'n twee uur hun protest vanaf onze heuvel, en komen erachter dat ze demonstreren tegen de Japanse bedrijven die de Salar (zoutvlakte) uitbuiten en het water vervuilen. In de omgeving van San Pedro de Atacama bezoeken we de plekken die we de eerste keer overgeslagen hebben, en zien onderweg naar de grens met Argentinië waanzinnig mooie plekken... Laguna Chaxa, vol flamingos (we kunnen nu 3 varianten die hier leven onderscheiden: de Andino, de James en de Chileense), Laguna Miniques en Miscanti, met geweldige sneeuwtoppen op de achtergrond, en als hoogtepunten Aguas Calientes (wat denk ik niet de echte naam is, want het betekent gewoon 'warm water', maar dit meer was ronduit magisch, met flamingos, vicunas en alle kleuren van de regenboog) en Laguna Toyaito, waar de uitzichten nog een tikkeltje spectaculairder werden door de naderende regen- en onweersbui.


Dit laatste doet ons besluiten om te overnachten bij de grensovergang, waar we uiteindelijk de volgende dag vast zitten want de regenbui heeft een landslide veroorzaakt waardoor de weg naar Argentinië blokkeert. Geen slechte plek om te stranden, want naast goed uitzicht, zijn ze voorbereid op gestrande reizigers en is er een badkamer, keuken en dorm. We besluiten ons de volgende dag nuttig te maken, en schroeven het hele bed uit elkaar (met de hand... blaren!) om de pootjes te verschuiven en meer opslagruimte te creëren. Leuk feitje: Herke heeft zijn bouwvakkersdecolete flink verbrand! Net toen het bed helemaal uit elkaar lag, werd bekend dat de weg weer open was en de gestrande reizigers door de politie 120 km tot aan het asfalt geëscorteerd zouden worden. Fijn... Als een malle schroefden we alles weer in elkaar, en zetten met ongeveer een halfuur vertraging de achtervolging in. Het was al laat, rond 16:00 uur, maar we wilden niet nog een nacht blijven want er was weer een regenbui op komst. In onze haast onderschatten we een moederpoeltje, met als gevolg een golf van blubber over de auto. Grappig gevolg was dat tegemoetkomende chauffeurs zich een hoedje schrokken en natuurlijk vreesden voor de weg die nog voor hen lag. Het duurde overigens 3 weken voordat we de auto een keer wasten, dus dat leverde nog en aantal leuke reacties op, waaronder een groep jongens die een overwinningsvuist in de lucht staken toen we passeerden en een giechelende camping-eigenaresse.


De volgende dag voegden we nog een modderlaag aan de blubber toe, toen we via een tussendoor-weg naar Salinas Grandes reden. We dachten een shortcut te nemen, maar moesten uiteindelijk behoorlijk zoeken naar waar de weg liep en zaten bijna vast in de net-niet-opgedroogde rivier (het leek op de weg...). Deze zoutvlakte was, ondanks dat we z'n grote broer in Bolivia al hadden gezien, een toffe ervaring, want deze stond onder water wat een mooie spiegeling opleverde.


Het noordwesten van Argentinië is een soort Wilde Westen, met gebergte in dieprood en kaktussen. En op sommige plekken lijkt het alsof de berg gestript is, van haar velletje ontdaan, waaronder een regenboog aan kleuren tevoorschijn is gekomen. We rijden door de Quebrada de Humahuaca en de la Senorita, waar we Cerro de Siete Colores en 14 Colores bezoeken. Fascinerend om al die aardlagen in alle kleuren te zien.


We maken een ommetje naar Nationaal Park Calilegua, waar we nauwelijks van kunnen genieten omdat alle insecten op ons jagen en bijzonder bloeddorstig zijn. Onze 40% deet houdt ze nauwelijks op afstand, en door de klamme hitte willen we echt niet meer kleren aan. Na 2 uur boos en gefrustreerd om ons heen meppen, hangen we de klamboe aan een boom en zitten samen op 1m2. Eindelijk rust. De volgende ochtend maken we een top-speed wandeling door het park, zodat we in ieder geval niet het gevoel hebben dat we er voor niks naartoe zijn gegaan, maar allebei zijn we blij als we het park weer verlaten.


Salta is ook niet echt onze stad, maar de camping is daarentegen ronduit fascinerend en gigantisch druk. We merken goed dat we in Argentinie zijn, met haar gemeente-campings waar je voor een dubbeltje mag staan en een van de vele BBQ's (asado's) mag gebruiken. Deze campings zitten overdag stampvol families en vriendengroepen, die de hele dag samen zitten, kletsen en (bergen) vlees eten. Dat laatste maakt het voor de vegetariërs onder ons wat lastiger, want zo vonden we toch kip in onze kaas-empanada. Alles wordt gedeeld, en iedereen is altijd welkom. Zo wordt er regelmatig een gesprekje met ons aangeknoopt en wordt er veel interesse getoond. Lastig puntje van Argentinië: er is enorm veel inflatie, en het is mega-duur om geld te pinnen (maximaal 80 euro per keer, waar 8 euro transactie kosten voor gerekend worden... en dan weet ik nog niet eens wat de NLse bank ons rekent). We worden creatief en vragen bij benzinestations of we de tankbeurt van mensen mogen betalen met onze creditcard, waarna zij ons cash geven. Naast dat dit best gênant en vervelend is, voelt het ook wel als een overwinning (bijna als geld verdienen) als we weer wat cash gescoord hebben.


Door Parque Nacional Los Cordones (vernoemd naar de kandelaarskaktus, die daar dus ook in overvloede aanwezig is; mooi contrast met de besneeuwde bergen op de achtergrond), met een tussenstop bij de prachtige groene vallei Valle Encantado, rijden we naar Cachi. Een fijne camping, waar we weer wat klussen aan de auto, en tot de conclusie komen dat de auto nu echt perfect is. We hebben nu ook een soort snij-tafel aan de achterkant van de auto, die ook als gewone tafel dient als je 'm verplaatst naar de zijkant van de auto (leunend op benzinetankje en de opstaprail van de auto).


Via wat kleine, rustige dorpjes rijden we door de Quebrada de Calchaqui, doen we een wijnproeverij bij Bodega Colome (teleurstelling) en eindigen (via een prachtige route, vol kaktussen en roofvogeltjes) in wijn-walhalla Cafayate, waar we luxe lunchen bij Bodega Piatellia (mega-ultra-uber geweldig), veel empanadas eten en uiteraard wijn drinken (waar we niet meer aangewend zijn, dus een glaasje per keer is genoeg om ons onder de tafel te krijgen). We mogen gratis op de parkeerplaats van het hostel van Rolando staan, een ongelooflijk vriendelijke en gastvrije Argentijn. We blijven langer dan gepland, maar sluiten helaas af met een vervelende ervaring. Op zaterdagnacht voelden we de auto schudden en realiseerden we ons te laat dat een schoffie ons volle benzinetankje van het dak jatte. Marleen stapte nog uit de auto maar deze held had al de benen genomen (hoewel dat waarschijnlijk niet erg snel ging, met 20L benzine in z'n armen). Nadeel: nu maken we, heel wantrouwend, het tankje met een slotje vast op het dak. Voordeel: we hadden al zitten dubben hoe we extra ruimte konden creëren voor als Jetske en Jan komen... dat is nu opgelost.


We reden op en neer door de Quebrada de las Conchas, waar wind en water de rotsen hebben uitgesleten tot vreemde formaties, zoals 'de Obelisk', 'Garganta de Diablo' (keel van de duivel) en 'Anfiteatro'. Heel indrukwekkend!


We komen tot de conclusie dat we een beetje moe zijn van het reizen; de landschappen en highlights razen aan ons voorbij en 's nachts liggen we wakker om naar alle verdachte geluidjes te luisteren. We besluiten zo snel mogelijk naar Santiago te gaan om daar even 2 weken te relaxen. De route naar de grens, en door de Andes, is weer ongelooflijk mooi en we vinden een mooi plekje langs de weg waar we de nacht willen doorbrengen, voordat we de volgende dag de grens over gaan. Maar als we 's avonds ingesloten worden door donkere donderwolken, beginnen we ons zorgen te maken en besluiten we toch nog een stukje door te rijden tot we de wolken achter ons hebben gelaten en uiteindelijk een gigantisch hotel/conferentie-complex in the middle of nowhere vinden... wat een opluchting! De grensovergang ging weer soepel, en Marleen heeft voor de 2e keer de chia-zaadjes illegaal de grens over gesmokkeld. Chili is nogal strikt wat betreft het invoeren van groente, fruit en zaadjes en dus moeten we iedere keer de hele auto leeghalen, wat een enigszins hilarisch tafereel is.


We zitten nu dus in een appartement in Santiago en zijn weer helemaal opgeladen voor de komst van Jetske en Jan, en onze reis naar Patagonie! De auto is schoon en omgebouwd voor onze passagiers, en al het Chileens bureaucratische auto-papierwerk weer up-to-date.


PS. We zijn er na 11 maanden reizen achter gekomen dat onze auto een 80L tank onder de auto heeft hangen... wat gunstig klinkt maar eigenlijk gewoon betekent dat de auto nog onzuiniger en vervuilender is dan we al dachten. Waarom we daar nu pas achter komen? We tanken nu weer liters i.p.v. gallons (we wisten nooit precies hoeveel 1 gallon nou was)... en de benzine is weer duur.


Eerdere blogs:
bottom of page